top of page

BREVETTEN

Om in Nederland te kunnen deltavliegen moet je je speciaal verzekeren en dat vereist een brevet. Dat brevet is ook een belangrijke bijdrage aan de veiligheid van de sport. Er zijn meerdere deltavliegscholen met gecertificeerde instructeurs waar je een deltavliegcursus kan doen en een brevet kan halen. Er zijn 3 brevetten:

 

Brevet 1 - Dit brevet krijg je na een succesvolle afronding van de eerste fase van de vliegopleiding. Die fase begint met startoefeningen op een vlak terrein. Je leert dan de basis van starten en landen met een delta. Vervolgens doe je hetzelfde op een flauwe helling. Je begint onderaan de helling, maar start gedurende deze opleidingsfase steeds hoger. Er komt dan een moment waarop je loskomt en vlak boven de grond zweeft. Je leert om goed te landen. Het sturen oefen je eerst in een simulator. Als je nog hoger start en echt loskomt van de grond, dan leer je het besturen van een delta in de praktijk. Met die ervaringen en met het brevet 1 op zak, kan je verder met de tweede fase van je deltavliegopleiding.

 

Brevet 2 - Tijdens de opleiding voor brevet 2 krijg je alles mee om zelfstandig en veilig het deltavliegen te kunnen beoefenen. In deze fase word je piloot. Je leert nog meer over het bewegen door de lucht, over het weer en je leert om je persoonlijke grenzen goed in te schatten. Je zal op meerdere plekken in binnen- en buitenland ervaring opdoen. Na het behalen van brevet 2 mag je zelfstandig deltavliegen zonder de begeleiding van een instructeur.

 

Brevet 3 - Met de opleiding naar brevet 3 leer je landen op plekken die je tevoren niet vanaf de grond had verkend (‘buitenlandingen’) waardoor je langere tochten kunt maken van zelfs 100 kilometer of meer. Dit brevet heb je ook nodig om wedstrijden te mogen vliegen.

THEORIE EXAMENS

Naast de in de praktijk geleerde vaardigheden dien je voor het brevet 2 en brevet 3 ook een theorieexamen af te leggen. Verschillende vakken komen aan de orde:

 

Voorschriften en zeilvliegreglementen - In dit vak worden de regels waar een deltavlieger zich dient te houden getoetst. Wat zijn de voorrangsregels? Waar mag je wel en niet vliegen? Voor de meeste cursisten is dit het lastigste theorievak.

 

Meteorologie - In dit vak leer je alles van het weer om veilig kunnen vliegen. Bijvoorbeeld de werking van hoge en lage drukgebieden, kou en warmte fronten en het onstaan van thermiek.

 

Aerodynamica - Waarom vliegt een vleugel? Pas als je de werking van een vleugel goed door hebt kun je veilig vliegen met een deltavlieger.

 

Vliegtechniek 

Hoe maak je veilig een bocht? Hoe pak je de landing aan? Wat zijn de start procedures wanneer je favouriete berg wilt starten? En wat moet je doen als het niet helemaal loopt zoals je had geplaned?

 

Navigatie - Speciaal voor brevet 3 is het vak navigatie verplicht. Hierin wordt behandeld hoe je grotere tochten moet voorbereiden. Je leert bijvoorbeeld de luchtvaartkaarten lezen en de invloed van de wind op je vliegroute in te schatten.

 

Examens worden meestal tweemaal per jaar afgenomen. Ook zijn er scholen die speciale theorielessen geven om je goed voor te bereiden op de examens.

bottom of page