top of page

INTERVIEWS

We stellen de schooleigenaars aan je voor aan de hand van een viertal vragen:

 

  1. Wat is jouw fascinatie voor het deltavliegen?

  2. Wat zijn de belangrijkste punten uit jouw lesmethode?

  3. Wat maakt lesgeven in deltavliegen zo leuk?

  4. Hoe leer jij je cursisten om veilig te vliegen?

 

HIGH5

(schooleigenaar/instructeur Frans Icke)

 

  1. “In de buurt van Millau Zuid-Frankrijk zag ik opeens uit mijn ooghoeken iets vreemds vliegen. Het zweefde gracieus over de velden. Een minuutje later zag ik voor het eerst een deltavlieger landen en was meteen verkocht. Dat wilde ik ook!”.
     

  2. “Bij High5 krijg je niet alleen maar gelegenheid tot vliegen, maar krijg je een opleiding tot zelfstandig piloot. Ik ben er trouwens wel trots op dat veel van de Nederlandse toppiloten van mij les hebben gehad.”.
     

  3. “Ik beleef veel plezier aan de mijlpalen die mijn cursisten bereiken. Elke keer als bij een van mijn cursisten het kwartje valt en hij of zij een stap vooruit maakt doet dat enorm plezier. De eerste keer loskomen op de oefenhelling, de eerste hoogtevlucht, de eerste keer thermiek en de eerste overlandvlucht. Vliegen is niet een trucje leren, het verandert je leven!
     

  4. “Ik laat aan mijn cursisten zien wat echt niet kan en waarom. Een goede piloot begrijpt de techniek achter zijn materiaal en beschikt over een bovengemiddelde kennis van het weer. Maar de grootste killer is zelfoverschatting. Mijn vader noemde dat ‘baasjeslef’: meer durven dan je vrienden. Mensen die dat extreem hebben, zakken vroeg of laat door het ijs, maar bij een vliegsport kom je er niet van af met een nat pak.”.

 

Lees het volledige interview met Frans Icke van High5...

MAXLD

(schooleigenaar/instructeur René van Hoppe)

 

  1. “Ik heb het vlieggevoel voor het eerst ervaren met een duovlucht. In 2000 maakte mijn toenmalige vriendin in Zuid-Frankrijk een duovlucht aan een delta. Ik heb me ook meteen opgegeven. Twee dagen later vloog ik op 2400m hoogte! Toen was ik echt verkocht!”.
     

  2. “MAXLD is een term uit de luchtvaart en staat voor maximale lift bij zo min mogelijk weerstand. Zo werkt het ook voor jou in mijn school: zo veel mogelijk met deltavliegen bezig zijn op een laagdrempelige manier. Mijn enthousiasme voor de sport zorgt voor het eerste. Moderne lesmaterialen en mijn creativiteit in het lesgeven voor het tweede.”.
     

  3. “Ik ben naast vlieginstructeur ook docent energietechnische vakken aan de universiteit in Eindhoven. Het lesgeven doe ik met veel passie, creativiteit en energie. Door mijn brede achtergrond kan ik de manier van lesgeven goed afstemmen op wat jij als cursist nodig hebt en op jouw tempo.”
     

  4. “Bij vliegschool MAXLD leer je naast het deltavliegen ook veel over jezelf. Hoe doe ik dingen, waar ben ik goed in, wat zijn mijn blinde vlekken, waar liggen mijn grenzen, etc. Het zijn zaken die niet direct met de sport te maken hebben, maar wel voor een belangrijk deel je veiligheid bepalen. Dat samen maakt je tot een goede deltapiloot die op een veilige en verantwoorde manier met deze fantastische sport om kan gaan.”.

 

Lees het volledige interview met René van Hoppe van MAXLD...

 

VLIEG UIT

(schoolhouder/instructeur Wim Egelmeers)

 

  1. “Ik droomde als kind al van vliegen. Het jaar voordat ik begon met deltavliegen was ik in Oostenrijk op vakantie. Boven op de Tschiernock zag ik een houten vlonder. De berggids vertelde dat men deze gebruikte voor ‘drachenfliegen’. ‘Dat wil ik ook’ dacht ik toen.”.
     

  2. “Wij leren cursisten starten met behulp van de lier én  starten vanaf een helling. Daarnaast krijgen ze een goede theoretische opleiding. Dat betekent dat zij later zelfstandig in de bergen kunnen vliegen, maar ook kunnen lieren tijdens de weekenden in Nederland.”.
     

  3. Ik geniet ervan om mensen te laten vliegen. Vliegen is voor een deel oefening, voor een klein deel talent en fysieke gesteldheid maar zit voor het grootste gedeelte ‘tussen de oren’. Het mogen werken met een groep supergemotiveerde, prettig gestoorde mensen en hen ‘laten vliegen’ is voor mij de kick.”.
     

  4. “Veiligheid is een rode draad. Wij leren cursisten zelfstandig beslissingen te nemen en uit te voeren. In het begin van de opleiding nemen wij de veiligheidsbeslissingen, maar gaandeweg leggen we die beslissingen steeds meer bij cursisten zelf en houden wij een wakend oog in het zeil.”.

 

Lees het volledige interview met Wim Egelmeers van Vlieguit...

NEDERLANDS-FRANSE ZEILVLIEGSCHOOL

(schooleigenaar/instructeur Harm Abbes)

 

  1. “Ik zag in mijn jeugd delta’s starten in het Zwitserse Rhônedal. Ik was meteen heel gefascineerd hoe je met wat aluminium buizen, zeildoek en kabels op zo’n simpele manier kon vliegen. Mensen hebben altijd willen vliegen en nu was het eigenlijk voor het eerst mogelijk voor ‘iedereen’.”.
     

  2. “De Nederlands-Franse-Zeilvliegschool werkt met kleine groepen van maximaal 6 cursisten om een persoonlijke begeleiding te waarborgen. Voor de eerste solo-hoogtevlucht maak je bij ons bovendien een duovlucht met de instructeur, zodat je de vlucht al een keer gemaakt hebt.”.
     

  3. “Ik geniet enorm van de groepsdynamiek. Ik werk met kleine groepjes en door het intensieve karakter van het deltavliegen leer je allerlei (bijna altijd) leuke en interessante mensen heel goed kennen; ik heb nog steeds ex-leerlingen als vrienden; sommigen ken ik al 25 jaar!”.
     

  4. “Ik vind de vliegmentaliteit zeer belangrijk. Omgaan met stressfactoren, zelfkennis, verschillende situaties goed inschatten, is minstens zo belangrijk. In de gewone luchtvaart zijn deze menselijke factoren oorzaak van de meeste ongelukken. Ik ga zeer intensief veiligheid in en zie het als een proces dat nooit stopt.”.

 

Lees het volledige interview met Harm Abbes van de Nederlands-Franse Zeilvliegschool...

RANDONAERO

(schooleigenaar Heleen van den Bos en schooloprichter/instructeur Aernout Drijver)

 

  1. Aernout: “Mijn hele leven hebben grote thermiekvogels mijn aandacht getrokken. De buizerd die blijkbaar in mij huist, was dan ook de motivatie om in 1981 zelf te gaan vliegen. Ik koos dan ook juist voor deltavliegen, wat het vogelgevoel toch het meest benadert.”. Aernouts jongere collega Heleen van den Bos had in het begin last van haar hoogtevrees maar overwon die om in 2007 het vliegen te ervaren: “Toen ik genoeg moed had om de lucht in te gaan, vond ik het geweldig! Na dat eerste 'hopje' was ik verkocht en ik ben meteen gebleven voor de rest van de beginnerscursus.”.

  2. Heleen: ‘Ik heb zelf les gehad bij de school waar ik nu werkt. De lesmethode sprak me aan, en de gedegen aanpak. Niet zo snel mogelijk van een hoge berg af maar eerst de basisbeginselen  goed onder de knie krijgen. Dankzij het lieren in Nederland schoot het lekker op en ik kon vaak komen oefenen. Er werd op een prettige manier streng op veiligheid gelet en als piloot in opleiding kreeg je gaandeweg steeds meer eigen verantwoordelijkheid. Ik vond het zelf een erg fijne manier van leren vliegen en op die manier leer ik het graag aan anderen.”.

  3. Heleen: “Ik vind het erg leuk om mijn passie voor vliegen op zo'n intensieve manier met anderen te kunnen delen, en cursisten te laten voelen hoe het is om te vliegen. De grijnzen die dat oplevert bij de cursisten zijn onvergetelijk.”

  4. Aernout: “Wij leren je stapsgewijs precies waar je aan toe bent en gebruiken alleen schoolmateriaal. Al vanaf het begin krijg je eigen verantwoordelijkheid over wat je doet. Dat begint natuurlijk klein en naarmate je meer kunt wordt die eigen verantwoordelijkheid steeds groter. We leren mensen niet alleen de vlieger besturen, maar leiden ze op tot zelfstandig en verstandig piloot.”.

 

Lees het volledige interview met Heleen van den Bos en Aernout Drijver van Randonaero...

bottom of page